Schone lucht is belangrijk voor de gezondheid. De luchtkwaliteit kan worden verbeterd door de emissies van wegvoertuigen terug te brengen. Om inzicht te krijgen in voertuigemissies voert TNO in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat het steekproefcontroleprogramma personenwagens uit. In dat programma verzamelt TNO door het uitvoeren van praktijkmetingen objectieve gegevens over de uitstoot van personenauto’s. De uitstoot van fijnstof is één van de aandachtsgebieden in de steekproef.
Bij de verbranding van diesel in de motor van een auto ontstaat onder meer roet. Roet bestaat uit vaste deeltjes, die in de uitlaatgassen zweven en die de gassen een zwarte kleur geven. Een dieselmotor stoot echter ook andere deeltjes uit. Alle uitgestoten deeltjes samen worden in de regel aangeduid als fijnstof.
Fijnstof is schadelijk voor de gezondheid. Om de uitstoot van fijnstof door dieselvoertuigen te verminderen zijn moderne personen- en bestelwagens met dieselmotor voorzien van een gesloten roetfilter. De introductie van dit roetfilter heeft ervoor gezorgd dat fijnstofemissies van deze wegvoertuigen in de praktijk met 95 tot 99% zijn gedaald.
Om uiteenlopende redenen worden roetfilters soms echter verwijderd en dat heeft een sterk negatief effect op de luchtkwaliteit. Daarom is het belangrijk ervoor te zorgen dat roetfilters gedurende de levensduur van het voertuig geïnstalleerd blijven én goed blijven functioneren.
In de huidige APK worden moderne dieselvoertuigen met roetfilter op uitstoot gecontroleerd door het uitlezen van het On-Board-Diagnostics-systeem (OBD). Bij het fysiek verwijderen van het roetfilter wordt het roetfilter echter ook ‘weggeprogrammeerd’ in de software van de auto. Daarom wordt een verwijderd roetfilter in de OBD-controle niet opgemerkt.
Oude diesels (tot en met Euro 4) worden aan een roetmeting onderworpen. Bij deze meting, die al decennia oud is, worden alleen auto’s met een zeer hoge uitstoot afgekeurd. Moderne (Euro 5 en Euro 6) diesels, die na een niet geslaagde OBD-controle ook een roetmeting krijgen, voldoen ook zonder roetfilter gemakkelijk aan de verouderde hoge limieten voor de roetuitstoot. Dat heeft tot gevolg dat het in de huidige APK niet mogelijk is om vast te stellen of een roetfilter is verwijderd.
TNO heeft als eerste een APK-deeltjestest voor dieselvoertuigen ontwikkeld waarmee defecte of verwijderde roetfilters worden gedetecteerd. Met een deeltjesconcentratiemeting wordt tussen tien en 30 seconden vastgesteld of een roetfilter wel of niet voldoende filtert. Naar verwachting wordt deze test binnen afzienbare tijd de nieuwe wereldwijde standaard. Daarmee zorgt TNO niet alleen voor minder luchtvervuiling, maar heeft het ook een internationale primeur in handen.
Het rapport “Roetfilters voor auto’s: werking, onderhoud, reparatie en controle”, onderaan deze pagina, beschrijft in toegankelijke termen de belangrijkste aspecten van roetfilters en de mogelijkheden voor controle op het goed functioneren daarvan in de APK.
Dit rapport is met name gebaseerd op vier onderzoeken die TNO in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft uitgevoerd. Die onderzoeken, waarvan de rapporten ook op deze pagina zijn te vinden, worden hieronder kort besproken.
De vraag is verzonden! Je ontvangt binnenkort een bevestigingsmail.
Er is helaas iets misgegaan. Probeer het later opnieuw!